Onderzoek buigtreksterkte in de bouwpraktijk
Regelmatig zijn er signalen dat de vereiste buigtreksterkte voor gemetselde baksteengevels in de praktijk niet wordt gehaald. Deze eis is gerelateerd aan de constructieve duurzaamheid (lange duur sterkte). De buigtreksterkte is ook bepalend voor de weerstand tegen windbelasting van niet-dragende gevels en dus belangrijk voor de constructieve veiligheid. Stichting Stapelbouw wilde meer zicht krijgen op de sterkte die in de praktijk wordt gerealiseerd. Onderzoek toont aan dat onvoldoende sterk metselwerk kan ontstaan bij een willekeurig combinatie van baksteen en metsel- of doorstrijkmortel.
Ondanks de signalen over een te lage buigtreksterkte zijn er weinig geschillen en schades bekend (cijfers ontbreken). Met name bij kleine projecten is een morteladvies niet altijd gebruikelijk en koopt de (metsel)aannemer mortel naar eigen inzicht. In de regel wordt vooral gelet op prijs, verwerkbaarheid en initiƫle hechting bij het metselen, maar minder op de buigtreksterkte na verharding.
Onderzoek
Stapelbouw onderzocht reguliere mortelsteencombinaties. Een normaal zuigende baksteen (IW3) en ook een sterk zuigende baksteen (IW4) met metsel- en doorstrijkmortels van de Nederlandse mortelfabrikanten, in zak verkrijgbaar bij de bouwmaterialenhandel.
Resultaten
Bij een normaal zuigende baksteen (IW3) presteren 5 van de 8 mortels redelijk tot goed en 3 mortels slecht. Bij een sterk zuigende baksteen (IW4) presteren slechts 2 van de 6 redelijk en 4 mortels slecht. Bij sterk zuigende baksteen zijn 2 mortels niet getest omdat op de verpakking is aangegeven dat ze ongeschikt zijn voor dit steentype. Bij random steenmortelcombinaties is dus een belangrijk deel onvoldoende sterk. Stapelbouw concludeert dan ook dat morteladvies noodzakelijk is. Dan is in de bouwpraktijk een karakteristieke buigtreksterkte van 0,3 N/mm2 realistisch, zoals wordt voorgeschreven in EN 1996-2 Nationale Annex tabel NB-1.
Bron: Stichting Stapelbouw